São Nicolau Kaapverdië is puur natuur. Er zijn steile berghellingen met fantastische rotsformaties, verlaten dorpjes en vruchtbare valleien op het 346 vierkante kilometer grote eiland te ontdekken. Er schijnt een heel speciale stemming te heersen op het eiland. Het is ideaal voor wandelaars en mountainbikers, omdat de bergen niet zo hoog zijn als die op Santo Antão.
São Nicolau Kaapverdië
De hoogste berg is de 1312 meter hoge Monte Gordo op het vruchtbaarste gedeelte van het eiland, in het noordwesten. In het beduidend drogere en erg dun bevolkte oosten van São Nicolau bevindt zich een tot 700 meter hoge bergketen, die in een heuvelgebied uitloopt. Ook het zuiden is zeer droog.
Over het algemeen zijn de kustgedeeltes erg lastig toegankelijk, daarom is het bergachtige eiland niet geschikt voor strandvakantiegangers.
De hoofdstad van São Nicolau, Ribeira Brava, ligt met haar kleurrijke huisjes in het midden van een indrukwekkend berglandschap. Vooral in de ochtend is het stadje erg druk, de smalle straatjes lopen snel vol en in de kleine winkels met houten look is de handel in volle gang.
Kaapverdisch Wandelparadijs São Nicolau
In 1780 werd Ribeira Brava uitgeroepen tot de zetel van de bisschop en naast een kapel ontstond het priesterseminarie Seminari São José, dat de studenten voorbereidde op kerkelijke en staatskantoren.
Boven de kapel bevindt zich de indrukwekkende Cruzeiro de Penedo (rotskruis) in een basaltrots. Nadat het bisdom naar São Vicente was verhuisd, werd het voormalige seminarie in 1931 definitief gesloten en gebruikt als een gevangenis.
In het centrum van het dorp bevindt zich het kerkplein Praça do Torreiro met de Igreja Nossa Senhora do Rosario, een indrukwekkend gebouw met twee torens en blauwe gevel, waarvan de binnenkant echter zeer eenvoudig is.
São Nicolau Kaapverdië – Ribeira Brava
In de buurt ligt de relatief jonge markthal, waar eten en kleding gekocht kan worden. Aan de rivierbedding van Ribeira Brava ligt een prachtig park met bankjes en bloemen om te ontspannen onder schaduwrijke bomen.
De originaliteit van het eiland wordt opnieuw duidelijk in het gedeelte São João: naast de mooie huizen van remigranten staan er natuurstenen gebouwen met rieten daken.
Ten noordwesten van Ribeira Brava komt men na 26 km op een zeer mooie route naar Tarrafal terecht. Onderweg is een uitstapje naar de kust in de vallei van Queimadas absoluut de moeite waard: de “Blue Hole”, een doorbraak in de rots die met zeewater is volgelopen is prachtig. In Tarrafal zelf, dat tegenwoordig meer inwoners heeft dan de hoofdstad Ribeira Brava, ligt de grootste haven van het eiland, en ook winkels en restaurants.
Bovendien is Tarrafal een van de weinige plaatsen op het eiland met zwemmogelijkheden. Vooral de Praia da Luz is aan te raden, een breed zwart zandstrand ten noorden van het dorp. Het zwarte zand bevat titanium en jodium en kan de pijn bij gewrichtsaandoening en reuma helpen verlichten.
De Fajã-vlakte is een zeer vruchtbaar stuk land. Broodvruchtbomen, bananen en papaja’s groeien hier naast drakenbomen, de laatste vooral rondom het dorp Cachaço bij de uitlopers van Monte Gordo. Aan het oostelijke uiteinde van het dorp staat op een heuvel de Nossa Senhora do Monte Sentinha-kapel eenzaam voor het panorama van de gelijknamige berg.
Een van de mooiste wandelroutes van het eiland is de drie uur durende wandeling van Praia Branca naar Fajã. Het pad slingert langs steile bergruggen, langs de dubbele rotsen en door de vallei van Ribeira da Prata naar de vruchtbare Fajã-vlakte. Praia Branca, een door bergen beschutte vallei, is een net zo mooie natuurlijke ervaring als Ribeira da Prata, die wordt omringd door scherpe rotsen, waarop kleine huizen staan.
Ten zuiden van de luchthaven, die zelden wordt aangedaan, ligt het zeer armoedig ogende vissersdorpje Preguçia, dat in vroegere tijden een handelshaven was. Vandaag de dag heeft de plaats, die zich direct op een steile kustlijn van de zee bevindt, een zekere ouderwetse charme.
In het oosten van het eiland domineren verlaten huizen en dorpen.
Alleen de kuststreek toont leven met de dorpen Carriçal en Juncalinho. In Juncalinho is de Capela da Sagrada Familia een bezoek waard, de bouw werd in 1960 mogelijk gemaakt door een kapucijner monnik.
Klimaat São Nicolau Kaapverdië mei t/m oktober
| Mei | Jun. | Jul. | Aug. | Sep. | Okt. | |
| Max temp | 26 | 27 | 27 | 28 | 30 | 28 |
| Min temp | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 23 |
| Zonuren | 10 | 9 | 7 | 6 | 7 | 8 |
| Regendagen | 2 | 2 | 4 | 6 | 7 | 8 |
| Zeetemp | 23 | 24 | 26 | 27 | 27 | 26 |
Klimaat São Nicolau Kaapverdië november t/m april
| Nov. | Dec. | Jan. | Feb. | Mrt. | Apr. | |
| Max temp | 27 | 26 | 24 | 24 | 25 | 25 |
| Min temp | 22 | 20 | 19 | 19 | 18 | 19 |
| Zonuren | 8 | 7 | 7 | 8 | 9 | 10 |
| Regendagen | 3 | 2 | 2 | 2 | 3 | 2 |
| Zeetemp | 25 | 24 | 23 | 23 | 23 | 23 |
Temperatuur São Nicolau in de winter.
De koelste maanden (wat natuurlijk een relatief begrip is met deze zomerse temperaturen) zijn januari, februari, maart en april met een gemiddelde temperatuur overdag van 25° C. En waarbij de temperatuur kan dalen in de avond en nacht naar een zwoele 19° C.
In de winter valt er nagenoeg geen regen op São Nicolau Kaapverdië. Ook de zon schijnt volop in de wintermaanden december, januari en februari geweldige weersomstandigheden voor een zonnige winterzon vakantie.
Hoogste temperatuur
De warmste maand op het eiland São Nicolau is september waarbij de temperatuur kan oplopen tot 29° C. De temperatuur daalt in de nachten en avonden naar een gemiddelde temperatuur van 24° C.
September is naast de maand met de hoogste temperaturen ook de natste maand. Er kunnen soms tropische regenbuien voorkomen, en gemiddeld zijn er 7 regendagen in september.
Zeewater temperatuur São Nicolau
De temperatuur van het zeewater varieert tussen de 23° C en 27° C gedurende het hele jaar; de Noord-Oost passaat winden, die actief zijn tijdens ‘The Tempo das Brisas’, zijn erg populair onder de surfers en zeilers.